10 jaar in Emmen
10 jaar in Emmen

10 jaar in Emmen

#1 Thuiskomen

Het is 2013. Mijn voetstappen galmen door het overdekte winkelcentrum van Emmen. Pas als ik haar voorbij ben gelopen, besef ik dat de vrouw in de groene jas mij groette. Geen idee wie het was, ik ken hier niemand. Helemaal niemand. Een veilig gevoel als je net 169 kilometer van je woonplaats bent verhuisd. Hier is hij niet, hou ik mezelf voor. Ik heb een dak boven mijn hoofd en ben veilig. De mensen die dat voor mij en mijn kinderen hebben geregeld, ben ik eeuwig dankbaar. De kinderen hadden al na één dag op hun nieuwe school vriendjes en vriendinnetjes. Natuurlijk is de situatie voor hun extra schrijnend tijdens zo’n nare scheiding, maar zij zijn nu ook veilig.

Het is goed zo.

Ik ben dood van binnen. Een duistere leegte is achtergebleven nadat ik uit een benarde positie ben gehaald. Ondertussen heb ik eigen woonruimte en een baantje. Dat helpt om weer een beetje rust, ritme en regelmaat te krijgen.

Het is goed zo.

Nee, dat vind ik helemaal niet. Waarom? Waarom gebeurde dit? Was ik niet belangrijk genoeg? Blijkbaar niet. Niet voor hen, wel voor anderen. Gelukkig maar, want ik wil niet weten wat er gebeurt was als ik daar was gebleven. Dat houden de hulpverleners mij ook voor. De mensen die mij hielpen zijn het met hen eens. Namelijk dat mij door mijn verhuizing erger bespaard is gebleven. En daar hou ik mij tot aan de dag van vandaag aan vast. Maar de littekens bij mijn kinderen en mij zullen er altijd blijven.

Maar terug naar dat moment in het winkelcentrum. Daar liep ik, alleen. Dood van binnen. Alles was goed, maar ik was mezelf kwijt. Wie was ik? Niemand kende me hier. Wat eigenlijk best een opluchting was. Geen verwijtende blikken of verdacht uitziend gespuis. Hooguit dat ik iemand van school tegen kon komen, maar die zouden me toch nog niet herkennen. Ik besloot de Bart Smit in te gaan en wat op te zoeken voor de kinderen. Als zij blij waren, was ik het ook. Ik had nog geen vijf stappen gezet…

‘Hé Marieke, wat doe jij hier?’

Verbijsterd stond ik daar, als aan de grond genageld. Een man met een muts en baard staarde mij aan. Hij kwam me bekend voor, maar op dat moment kon ik hem niet plaatsen. Hij glimlachte. Verdomme, het is Pieter!

Dat moment, daar in de Bart Smit, ver weg van wat ooit mijn wereld was, werd ik herkend door iemand die bij de wereld hoorde waar ik onderdeel van uit wilde maken. Het verlichtte mijn hart en gaf me kracht. Ik besefte dat ik thuis was.

Thuis in Emmen.

Nu ik dit schrijf en dat moment opnieuw beleef, stromen de tranen langs mijn wangen. De man kende ik uit een wereld waar ik mij thuis voelde. De wereld van schrijvers, woordkunstenaars en andere creatieve mensen die het fantastische genre een warm hart toedragen. Hij weet waarschijnlijk niet wat die korte ontmoeting voor mij betekend heeft. Ik schreef zelf ook, al was ik er door al mijn sores mee gestopt. Nu, tien jaar later, mag ik me ook een schrijver noemen, hoor ik ook in het wereldje van creatieve kunstenaars. Ik heb in 2018 de draad weer opgepakt en afgelopen jaar is mijn eerste fantasy-roman bij Zilverbron uitgebracht.

Maar al tien jaar in Emmen. De jaren zijn omgevlogen. De kinderen zijn pubers en beginnen zelfstandig de wereld te verkennen. De wereld ligt aan hun voeten en ze zoeken hun eigen weg tussen de plaats waar we vandaan komen en waar we nu zijn. Na alles ben ik blij dat ik ze nooit de mogelijkheid heb ontnomen om hun vader te leren kennen, al had ik er alle recht toe. Het is aan hun zelf om het allemaal een plekje te geven en ermee om te leren gaan. Wat ze ook doen, ik sta naast ze.

De afgelopen jaren waren lang en soms moeilijk en uitputtend. Ik kan niet genoeg zeggen hoe dankbaar ik ben voor iedereen die mij de afgelopen tien jaar hebben geholpen. Al waren jullie je er niet bewust van, jullie hebben ervoor gezorgd dat ik de kracht had om mezelf te vinden, om door te gaan en niet op te geven. Jullie steun heeft me door ziektes heen gesleept, heeft ervoor gezorgd dat ik weer kon lachen en van het leven kon genieten.

En bovenal… dat ik voelde dat ik er mocht zijn en welkom was. Dat ik mezelf mocht zijn.

Ik voel me hier thuis.

Thuis in Emmen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *